Zelf je bloeddruk meten: tips en uitleg
woensdag 7 jan 2015, 15:15 uur
Steeds meer mensen schaffen een elektronische bloeddrukmeter aan om zelf thuis
de bloeddruk te meten. In gezondheids- en elektronicawinkels - al dan niet
online - zijn die immers alom verkrijgbaar. Wij geven je wat uitleg over de
aanschaf van zo'n bloeddrukmeter, waar je op moet letten voor een betrouwbare
meting en hoe je de meter moet aflezen.
Waarom bloeddruk meten?
Bloeddruk is de druk die op het bloed in de bloedvaten staat. De kracht waarmee het hart het bloed in de slagaders pompt is afhankelijk van de bloeddruk. Bijna één op de drie mensen heeft een (te) hoge bloeddruk – vaak zonder het te weten. Van een hoge bloeddruk merk je meestal namelijk helemaal niks: het brengt geen klachten teweeg.
Wat precies de oorzaak is van een hoge bloeddruk, is bij negen van de tien mensen met hoge bloeddruk niet bekend. Overgewicht, het eten van veel zout, overmatig alcoholgebruik, stress en gebrek aan lichaamsbeweging zijn alleszins factoren die de kans op hoge bloeddruk kunnen verhogen.
Een hoge bloeddruk vergroot dan weer de kans op het krijgen van een hart- of vaataandoening. Vooral voor mensen die roken, veel stress hebben, te zwaar zijn, en/of een hoog cholesterolgehalte hebben, is het belangrijk om de bloeddruk regelmatig te meten en deze indien nodig omlaag te brengen. We presenteerden je al eens acht leefregels die je daartoe in acht zou moeten nemen.
Waarom zelf meten?
Er kunnen verschillende redenen zijn om zelf je bloeddruk te meten. De meest voor de hand liggende is wanneer je bloeddruk bij meting in de huisartsenpraktijk erg wisselend is. Je kan dan met je huisarts afspreken dat je de bloeddruk thuis een aantal dagen meet. Bij veel mensen blijkt dan dat de bloeddruk thuis lager is dan bij meting bij de huisarts. Dat komt meestal doordat men thuis meer ontspannen is. Een ander voordeel is dat je thuis makkelijker op vaste momenten kan meten.
Wanneer je medicijnen krijgt tegen een te hoge bloeddruk, kan het eveneens handig zijn als je thuis kan meten. Je kan dan met je huisarts afspreken dat je bijvoorbeeld één keer paar maand je bloeddruk meet om te zien of de medicijnen goed werken.
Bloeddrukmeter kopen
In een huisartsenpraktijk of in het ziekenhuis wordt vaak nog de analoge bloeddrukmeter gebruikt. Om de bloeddruk te kunnen bepalen is dan een stethoscoop benodigd. En dat vraagt weer om medische kennis en kunde. Bloeddrukmeters die je zelf in de winkel kan kopen zijn daarom digitaal. Een stethoscoop is daarbij niet nodig.
Belangrijkste waar je op moet letten bij de aanschaf is of de meter klinisch gevalideerd is. Dit betekent dat hij uitvoerig getest is door specialisten en dus betrouwbare waarden aangeeft. Zie hiervoor de lijsten op de website van bijvoorbeeld de European Society of Hypertension.
In bloeddrukmeters zijn twee grote soorten te onderscheiden: de meter voor de bovenarm en de meter voor de pols. De bloeddrukmeter voor de bovenarm wordt het vaakst gebruikt. Hierbij moet je een band (manchet) om je bovenarm plaatsen. Door de bovenarm te gebruiken, kan precies op harthoogte gemeten worden. Bovendien hangt de bovenarm relatief stil, waardoor je in de regel nauwkeurige meetresultaten verkrijgt. Controleer bij de aankoop of de grootte van het manchet geschikt is voor je bovenarm. Na aankoop controleer je best even bij je huisarts.
De polsdrukmeter kan soms wat minder nauwkeurige waarden opleveren, omdat hij gevoeliger is voor beweging. Je dient je arm namelijk ter hoogte van je hart te houden. In deze positie is het moeilijk om de arm stil te houden en een bloeddrukmeter is gevoelig voor beweging. Het voordeel van deze meter is dat je geen kleding hoeft uit te trekken; je mouw opstropen is al voldoende om de meter te gebruiken.
Advies luidt om toch beter een bovenarmmeter te kopen, welke klinisch gevalideerd is en geschikt voor jouw bovenarm. Ben je niet de enige die van de meter gebruik gaat maken? Let er dan op of de bloeddrukmeter een geheugen heeft voor meerdere personen (meestal twee).
We gaan er in het vervolg van dit artikel vanuit, dat je een bovenarmbloeddrukmeter gebruikt.
Hoe vaak meten?
Bedenk dat een bloeddrukmeting een momentopname is. Het bloeddrukniveau varieert namelijk nogal gedurende de dag. 's Nachts is het relatief laag. Bij het opstaan loopt het op om in de loop van de dag weer wat te dalen. Aan het einde van de dag stijgt de bloeddruk weer. Dat is globaal het 'dagritme' van de bloeddruk. Ook factoren als lichamelijke inspanning, stress, en het gebruik van medicatie, koffie en tabak beïnvloeden je bloeddruk. Eén enkele meting is dus niet afdoende om met zekerheid je bloeddruk te kunnen bepalen. Doe minimaal drie verschillende metingen op drie verschillende tijdstippen. Als uit alle drie blijkt dat de bloeddruk hoger is dan deze zou moeten zijn, dan is er sprake van een verhoogde bloeddruk.
Wil je je bloeddruk voor langere tijd gaan meten, bijvoorbeeld omdat je medicijnen gebruikt, meet dan in de eerste week elke dag 's ochtends en 's avonds om te oefenen. Daarna is één keer per maand eenmalig meten voldoende.
Voordat je gaat meten
Overleg altijd eerst met je huisarts voordat je zelf gaat meten. Neem bij elke meting steeds de volgende voorzorgsmaatregelen:
De bloeddrukmeter aflezen en interpreteren
De bloeddrukmeter geeft steevast twee waarden aan: de bovendruk en de onderdruk. De bovendruk (ook wel systolische druk genoemd) is de druk waarmee het bloed in de bloedvaten wordt gepompt door het hart. De onderdruk (ook wel diastolische druk genoemd) is de druk in de bloedvaten als het hart zich ontspant en weer vult met bloed. Het hoogste getal op de bloeddrukmeter is de bovendruk.
De streefwaarde voor de bloeddruk is een waarde onder de 140/90 mmHg en geldt voor volwassenen tot 80 jaar. Bij een thuismeting is de bloeddruk altijd wat lager dan in de spreekkamer van de arts. Daarom geldt er bij een thuismeting een streefwaarde onder de 135/90 mmHg.
Om te weten of je een hoge bloeddruk hebt, dien je vooral te kijken naar de bovendruk. Als de gemiddelde bovendruk van een afdoende aantal metingen 140 is of hoger (bij thuismeting: 135 of hoger) dan spreken we van hoge bloeddruk. Bij iemand ouder dan tachtig jaar spreekt men bij een gemiddelde bovendruk van 160 pas van hoge bloeddruk.
Lage bloeddruk?
Een (te) lage bloeddruk komt ook voor. We noemen dat ook wel hypotensie. Met 'laag' bedoelen we bij mannen een bovendruk/onderdruk onder de 110/70 en bij vrouwen onder de 100/60. Lage bloeddruk is (in tegenstelling tot hoge bloeddruk) doorgaans niet een op zichzelf staande aandoening, maar een symptoom van een onderliggende oorzaak. Zo kunnen bloedverlies, trage hartslag en gebruik van bepaalde medicijnen leiden tot hypotensie.
Bij lage bloeddruk is de doorstroming van het bloed minder efficiënt. Dat houdt in dat aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen in het lijf ook minder efficiënt wordt. Daardoor kunnen soms klachten ontstaan, waaronder duizeligheid, vermoeidheid en zelfs flauwvallen. Ga naar je huisarts als lage bloeddruk tot klachten leidt.
Bij sommige mensen is lage bloeddruk fysiologisch, wat wil zeggen dat hun bloeddruk altijd aan de lage kant is. Het heeft in dat geval geen specifieke consequenties.
Bloeddrukclassificatie
Tot slot nog even de bloeddrukclassificatie zoals de World Health Organisation die hanteert:
Waarom bloeddruk meten?
Bloeddruk is de druk die op het bloed in de bloedvaten staat. De kracht waarmee het hart het bloed in de slagaders pompt is afhankelijk van de bloeddruk. Bijna één op de drie mensen heeft een (te) hoge bloeddruk – vaak zonder het te weten. Van een hoge bloeddruk merk je meestal namelijk helemaal niks: het brengt geen klachten teweeg.
Wat precies de oorzaak is van een hoge bloeddruk, is bij negen van de tien mensen met hoge bloeddruk niet bekend. Overgewicht, het eten van veel zout, overmatig alcoholgebruik, stress en gebrek aan lichaamsbeweging zijn alleszins factoren die de kans op hoge bloeddruk kunnen verhogen.
Een hoge bloeddruk vergroot dan weer de kans op het krijgen van een hart- of vaataandoening. Vooral voor mensen die roken, veel stress hebben, te zwaar zijn, en/of een hoog cholesterolgehalte hebben, is het belangrijk om de bloeddruk regelmatig te meten en deze indien nodig omlaag te brengen. We presenteerden je al eens acht leefregels die je daartoe in acht zou moeten nemen.
Waarom zelf meten?
Er kunnen verschillende redenen zijn om zelf je bloeddruk te meten. De meest voor de hand liggende is wanneer je bloeddruk bij meting in de huisartsenpraktijk erg wisselend is. Je kan dan met je huisarts afspreken dat je de bloeddruk thuis een aantal dagen meet. Bij veel mensen blijkt dan dat de bloeddruk thuis lager is dan bij meting bij de huisarts. Dat komt meestal doordat men thuis meer ontspannen is. Een ander voordeel is dat je thuis makkelijker op vaste momenten kan meten.
Wanneer je medicijnen krijgt tegen een te hoge bloeddruk, kan het eveneens handig zijn als je thuis kan meten. Je kan dan met je huisarts afspreken dat je bijvoorbeeld één keer paar maand je bloeddruk meet om te zien of de medicijnen goed werken.
Bloeddrukmeter kopen
In een huisartsenpraktijk of in het ziekenhuis wordt vaak nog de analoge bloeddrukmeter gebruikt. Om de bloeddruk te kunnen bepalen is dan een stethoscoop benodigd. En dat vraagt weer om medische kennis en kunde. Bloeddrukmeters die je zelf in de winkel kan kopen zijn daarom digitaal. Een stethoscoop is daarbij niet nodig.
Belangrijkste waar je op moet letten bij de aanschaf is of de meter klinisch gevalideerd is. Dit betekent dat hij uitvoerig getest is door specialisten en dus betrouwbare waarden aangeeft. Zie hiervoor de lijsten op de website van bijvoorbeeld de European Society of Hypertension.
In bloeddrukmeters zijn twee grote soorten te onderscheiden: de meter voor de bovenarm en de meter voor de pols. De bloeddrukmeter voor de bovenarm wordt het vaakst gebruikt. Hierbij moet je een band (manchet) om je bovenarm plaatsen. Door de bovenarm te gebruiken, kan precies op harthoogte gemeten worden. Bovendien hangt de bovenarm relatief stil, waardoor je in de regel nauwkeurige meetresultaten verkrijgt. Controleer bij de aankoop of de grootte van het manchet geschikt is voor je bovenarm. Na aankoop controleer je best even bij je huisarts.
De polsdrukmeter kan soms wat minder nauwkeurige waarden opleveren, omdat hij gevoeliger is voor beweging. Je dient je arm namelijk ter hoogte van je hart te houden. In deze positie is het moeilijk om de arm stil te houden en een bloeddrukmeter is gevoelig voor beweging. Het voordeel van deze meter is dat je geen kleding hoeft uit te trekken; je mouw opstropen is al voldoende om de meter te gebruiken.
Advies luidt om toch beter een bovenarmmeter te kopen, welke klinisch gevalideerd is en geschikt voor jouw bovenarm. Ben je niet de enige die van de meter gebruik gaat maken? Let er dan op of de bloeddrukmeter een geheugen heeft voor meerdere personen (meestal twee).
We gaan er in het vervolg van dit artikel vanuit, dat je een bovenarmbloeddrukmeter gebruikt.
Hoe vaak meten?
Bedenk dat een bloeddrukmeting een momentopname is. Het bloeddrukniveau varieert namelijk nogal gedurende de dag. 's Nachts is het relatief laag. Bij het opstaan loopt het op om in de loop van de dag weer wat te dalen. Aan het einde van de dag stijgt de bloeddruk weer. Dat is globaal het 'dagritme' van de bloeddruk. Ook factoren als lichamelijke inspanning, stress, en het gebruik van medicatie, koffie en tabak beïnvloeden je bloeddruk. Eén enkele meting is dus niet afdoende om met zekerheid je bloeddruk te kunnen bepalen. Doe minimaal drie verschillende metingen op drie verschillende tijdstippen. Als uit alle drie blijkt dat de bloeddruk hoger is dan deze zou moeten zijn, dan is er sprake van een verhoogde bloeddruk.
Wil je je bloeddruk voor langere tijd gaan meten, bijvoorbeeld omdat je medicijnen gebruikt, meet dan in de eerste week elke dag 's ochtends en 's avonds om te oefenen. Daarna is één keer per maand eenmalig meten voldoende.
Voordat je gaat meten
Overleg altijd eerst met je huisarts voordat je zelf gaat meten. Neem bij elke meting steeds de volgende voorzorgsmaatregelen:
- Doe het zeker een half uur rustig aan. Vermijd extreme activiteiten als sporten,
werken of koud douchen.
- Nuttig vlak voor de meting geen koffie en tabak.
- Knellende kleding aan je bovenarm draagt niet bij aan een betrouwbare meting.
Verwijder deze dan ook.
- Lees de gebruiksaanwijzing van je bloeddrukmeter goed en volg deze.
- Leg een pen en notitieblokje klaar.
De meting
Houd je bij elke meting aan de volgende procedure:
- Voer de meting zittend uit, op een hoge stoel, aan een tafel, rechtop en met de
benen naast elkaar.Probeer eerst 5 minuten volledig te ontspannen.
- Spreek niet. Trillingen van je stem kunnen de bloeddrukmeter verstoren.
- Probeer altijd dezelfde arm te meten. In principe maakt het niet uit of je links
of rechts doet. Wel wordt aanbevolen om - zeker in het begin - beide armen te
meten. Je gebruikt dan vervolgens de waarden van de kant die het hoogst zit.
Meet altijd om je bovenarm, ontbloot uiteraard.
- Bevestig het manchet één tot twee centimeter boven je elleboog.
- Leg je onderarm ontspannen op tafel, zodat het manchet op dezelfde hoogte is als
je hart.
- Neem de bloeddruk op, nog steeds zonder te praten. Noteer de waarden (waarover
zometeen meer), de dag en het tijdstip.
- Meet je bloeddruk altijd twee keer op en neem hiervan het gemiddelde. Houd er
rekening mee dat tussen de twee metingen minimaal 15 seconden dient te zitten.
De bloeddrukmeter aflezen en interpreteren
De bloeddrukmeter geeft steevast twee waarden aan: de bovendruk en de onderdruk. De bovendruk (ook wel systolische druk genoemd) is de druk waarmee het bloed in de bloedvaten wordt gepompt door het hart. De onderdruk (ook wel diastolische druk genoemd) is de druk in de bloedvaten als het hart zich ontspant en weer vult met bloed. Het hoogste getal op de bloeddrukmeter is de bovendruk.
De streefwaarde voor de bloeddruk is een waarde onder de 140/90 mmHg en geldt voor volwassenen tot 80 jaar. Bij een thuismeting is de bloeddruk altijd wat lager dan in de spreekkamer van de arts. Daarom geldt er bij een thuismeting een streefwaarde onder de 135/90 mmHg.
Om te weten of je een hoge bloeddruk hebt, dien je vooral te kijken naar de bovendruk. Als de gemiddelde bovendruk van een afdoende aantal metingen 140 is of hoger (bij thuismeting: 135 of hoger) dan spreken we van hoge bloeddruk. Bij iemand ouder dan tachtig jaar spreekt men bij een gemiddelde bovendruk van 160 pas van hoge bloeddruk.
Lage bloeddruk?
Een (te) lage bloeddruk komt ook voor. We noemen dat ook wel hypotensie. Met 'laag' bedoelen we bij mannen een bovendruk/onderdruk onder de 110/70 en bij vrouwen onder de 100/60. Lage bloeddruk is (in tegenstelling tot hoge bloeddruk) doorgaans niet een op zichzelf staande aandoening, maar een symptoom van een onderliggende oorzaak. Zo kunnen bloedverlies, trage hartslag en gebruik van bepaalde medicijnen leiden tot hypotensie.
Bij lage bloeddruk is de doorstroming van het bloed minder efficiënt. Dat houdt in dat aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen in het lijf ook minder efficiënt wordt. Daardoor kunnen soms klachten ontstaan, waaronder duizeligheid, vermoeidheid en zelfs flauwvallen. Ga naar je huisarts als lage bloeddruk tot klachten leidt.
Bij sommige mensen is lage bloeddruk fysiologisch, wat wil zeggen dat hun bloeddruk altijd aan de lage kant is. Het heeft in dat geval geen specifieke consequenties.
Bloeddrukclassificatie
Tot slot nog even de bloeddrukclassificatie zoals de World Health Organisation die hanteert:
waarden | bovendruk | onderdruk |
lage bloeddruk | lager dan 100 | lager dan 60 |
normaal | tussen 100 en 135 | tussen 60 en 85 |
milde bloeddruk | tussen 135 en 160 | tussen 85 en 100 |
gemiddelde hoge bloeddruk | tussen 160 en 180 | tussen 100 en 110 |
ernstige hoge bloeddruk | hoger dan dan 180 | hoger dan 110 |